Saray Azady. Het Tahrirplein van Iraaks-Koerdistan

Gepubliceerd op Gecategoriseerd als Politiek & Samenleving

Opinie

De demonstratie op 17 februari op het centrale plein van Sulaymania, Saray Azady, begon als steunbetuiging aan de Tunesiërs en Egyptenaien. Binnen twee uur kreeg het protest een eigen dynamiek die het politieke landschap van Iraaks-Koerdistan compleet heeft veranderd.

Gepubliceerd in 2011/1 De zomer na de Arabische lente.

Uit protest tegen de corruptie en het autoritarisme, en aangemoedigd door de opstanden in Tunesië en Egypte, vertrok op 17 februari een groep jongeren van het Sarayplein richting het kantoor van regeringspartij KDP. Eenmaal daar aangekomen, werden zij door een KOP-militie met stenen bekogeld, waarbij een jongen gewond raakte aan zijn hoofd. Vervolgens bekogelden de demonstranten het KDP-kantoor, waarop de militie met scherp begon te schieten op de demonstranten. Een jongen van veertien kwam om het leven en 57 jongeren raakten gewond.

Als reactie op het protest bracht de KDP duizenden van haar speciale troepen, Zerafani geheten, naar Sulaymania, vastbesloten om het hoofdkwartier van de grootste oppositiepartij, Gorran, en haar tv-station KNN in brand te steken. Een lid van het politbureau van de KDP verklaarde dat zijn partij ‘heilig’ is, en dat zij ‘de handen zal afhakken van de aanvallers’. Op 19 februari waren er opnieuw demonstraties in Sulaymania en omgeving. De andere coalitiepartij, PUK, schoot met scherp op de demonstranten. Milities van de PUK brandden het pas opgerichte onafhankelijke tv-station Nalia en het radiostation Dang in Kalar plat.

Na 62 dagen van protest op het Saray Azady maakten PUK-milities er een einde aan. In die periode zijn tien mensen gedood en meer dan vijfhonderd gewonden gevallen. Nog steeds zijn demonstraties verboden en maken beide regeringspartijen jacht op activisten die betrokken waren bij de protesten.

Intellectuelenopstand

Saray Azady was vooral het plein van kritische intellectuelen. Ze waren de organisatorische motor en het morele en intellectuele geweten van de protestbeweging. De 17-Februariopstand was bij uitstek een intellectuelenopstand. Ze verzonden politieke boodschappen aan de demonstranten via sociale en onafhankelijke media.

In de begindagen van de demonstraties was de oppositie, vooral Gorran, enigszins verrast, en had een paar dagen nodig om haar eigen positie duidelijk te maken. Onder andere Farouq Rafiq, schrijver en voormalig docent filosofie aan de Universiteit van Erbil nam vervolgens actief deel aan de demonstraties en moedigde maatschappelijke groeperingen aan zich achter de demonstranten te scharen. De politieke boodschappen van de in Europa woonachtige publicisten Mariwan Kanie, Baxtira Ali en Aras Fattah (redacteuren van het tijdschrift Rahand) waren in wezen het kompas dat de demonstraties voorzag van politieke en intellectuele framing. Hun boodschappen werden op het plein voorgelezen en massaal uitgeprint en uitgedeeld op de universiteiten.

Deze boodschappen waren niet geschreven in moeilijke academische taal, zoals gebruikelijk is bij academici, maar waren juist heel toegankelijk en begrijpelijk voor een breed publiek. Ze waren uiterst kritisch over het corrupte politieke systeem en het monopoliseren van politiek, economie, media, maatschappelijk middenveld en veiligheid door de KDP en de PUK. In een van zijn boodschappen bood Kanie een soort road map voor het oplossen van de crisis, waarin hij de nadruk legde op het ontmantelen van het bestuurlijke en politieke apparaat dat door en door partijgebonden is, namelijk aan de KDP en de PUK. Dit was een eerste serieuze opzet voor de hervorming van het bestuurlijke en politieke apparaat die niet opgesteld was door de oppositie maar door intellectuelen.

Islamitische partijen

Als gevolg van de 17-Februariopstand hebben de voornaamste oppositiepartijen, Gorran en de twee islamitische partijen Yakgirtu en Kamal voor het eerst samen opgetreden tegen mensenrechtenschendingen en machtsmisbruik door de KDP en de PUK. Voor het eerst durfden Yakgirtu en Komal via hun media en door deelname aan de demonstraties een vuist te maken tegen de KDP en de PUK. Voor 17 februari was dit ondenkbaar . Tot dan toe was Gorran de enige oppositiegroepering die de confrontatie met de KDP en de PUK aan durfde te gaan. De meest zichtbare aanwezigheid van Yakgirtu en Kamal was tijdens het publieke vrijdagsgebed op Saray Azady, waaraan een behoorlijk aantal van hun sympathisanten heeft meegedaan. Daarnaast werden er vrijdagstoespraken gehouden door mollahs die gelieerd zijn aan deze twee partijen. Deze toespraken gingen niet over jihad tegen de vs en het Westen, maar juist over jihad tegen corruptie en autoritarisme. Het interessante aan deze vrijdagsgebeden was het feit dat islamitische activisten en niet-activistische vrome moslims hun vrijdaggebed uitvoerden in het bijzijn van seculieren, nationalisten en extreemlinks, zonder enige frictie.

Nieuwe jonge leiders

Iedere opstand creëert nieuwe leiders. Een van de interessante uitkomsten van de protesten was het ontstaan van een nieuwe groep jonge activisten, die in de komende maanden en jaren wellicht een belangrijke rol zal gaan spelen in het politieke protest. Deze groep is afkomstig van de universiteit van Sulaymania, en is verbonden aan de Gorran-beweging. Het zijn charismatische, jonge, internet-savvy activisten die de Groepi Zanko (Universiteitsgroep) oprichtten. Deze groep gafleiding aan de protesten van de studenten en organiseerde stakingen na het neerslaan van de demonstraties.

Deze nieuwe generatie is de post-1991-generatie Koerden die niet meer verbonden is met de gewapende strijd van de jaren voor 1991, en die een nieuwe politieke taal spreekt die gelijkenis vertoont met die van de jonge activisten in Egypte, Tunesië en andere landen in de regio. Deze groep wil een einde aan de oligarchie van KDP-leider Barzani, PUK-leiderTalabani en hun families, eisen democratische hervormingen, een einde aan de inmenging van de KDP en de PUK in het onderwijs via hun studentenbonden, en een waardig bestaan en banen voor afgestudeerden.

Geen steun

De drie invloedrijkste buitenlandse krachten in Irak, de vs, Iran en Turkije, hebben een grote invloed op de Koerdische lente gehad. Vanwege politieke en economische redenen hebben ze allemaal belang bij het handhaven van de status quo, namelijk de continuering van de KDP/PUK-dominantie. Daarnaast steunt Bagdad Barzani en Talabani in hun strijd tegen de eisen van de oppositie en de demonstranten. Dit maakt het voor de oppositie en maatschappelijke groeperingen erg moeilijk om wezenlijke veranderingen teweeg te brengen. Ondanks herhaalde oproepen en demonstraties van de Koerdische diaspora in Europa en de vs, blijven de vs en de EU grotendeels zwijgen over het neerslaan van demonstraties en mensenrechtenschendingen in Iraaks-Koerdistan. Dit in tegenstelling tot hun beleid ten aanzien van Assad in Syrië en Khaddafi in Libië. De vs en de EU hebben al sancties aan het Syrische regime opgelegd en Obama heeft Assad zelfs openlijk opgeroepen om een einde te maken aan de repressie. Ook kreeg de Koerdische lente geen aandacht van regionale en internationale zenders als al-Jazeera, al-Arabiyya, BBC en CNN. Het werd gezien als een lokaal protest binnen Irak. De invloed van satelliettelevisie was van groot belang voor het slagen van de revoluties in Tunesië en Egypte, net als voor het behouden van aandacht voor de protesten in Libië, Jemen en Syrië.

Koerdisch fascisme

De protesten bleven beperkt tot Sulaymania en omgeving. De veiligheidsdienst van de KDP in Erbil heeft met harde hand alle pogingen tot demonstraties neergeslagen. Erbil leeft in feite onder een onofficiële martial law. Sulaymania is omgevormd tot een militaire kazerne door de aanwezigheid van meer dan tienduizend veiligheidsmensen. President Talabani kreeg zelfs drieduizend militairen van Maliki, minister-president van Irak, om de protesten neerslaan.

De PUK heeft onder andere dichter des vaderlands Sherko Bekas, die ooit de militaire muziek van de PUK heeft geschreven, verboden om een gedichtenavond te houden uit vrees dat deze zal uitmonden in een demonstratie. Wat we nu kunnen constateren is het ontstaan van een Koerdisch fascisme, dat het fascisme van Saddam Hussein heeft vervangen: demonstraties zijn verboden, er wordt jacht gemaakt op activisten en kritische journalisten en schrijvers en er is nog geen KDP’er of PUK’er berecht voor het doden van de demonstranten.

De oppositiepartijen, demonstranten en maatschappelijke organisaties zijn nu bezig om een vervolgstrategie te formuleren. Er wordt onder andere gedacht aan massastakingen, demonstraties in de avond en op andere plekken dan op een groot plein. Recent gaven de meeste scholen en universiteiten in Sulaymania en omgeving gehoor aan een oproep tot staking. Daarnaast hebben medici in Sulaymania af en toe het werk neergelegd. Duidelijk is dat het politieke landschap van Iraaks-Koerdistan is veranderd. De kiem voor verder protest is gelegd. Mocht het leiden tot regime change, dan zal dat een bloedig proces zijn. De KDP en PUK voeren namelijk een beleid van alles of niks, en zijn niet bereid tot wezenlijke compromissen. Een Libisch of Syrisch scenario is daarom niet ondenkbaar.





Wat leuk dat u geïnteresseerd bent in ZemZem!

Vaste lezer worden? U kunt in onze webshop een jaarabonnement afsluiten (22,50 per jaar). Ook kunt u hier losse nummers bestellen.