Continuïteit en verandering

Gepubliceerd op Gecategoriseerd als Politiek & Samenleving

Wetenschap

Na de omverwerping van het regime van de sjah kwam er in Iran een uniek politiek systeem. Zonder politieke partijen. In haar boek Power, Islam and Political Elite in Iran: A Study on the Iranian Political Elite from Khomeini to Ahmadinejad onderscheidt politicologe Eva Patricia Rakel in de politieke elite drie facties.

Gepubliceerd in 2008/3 Khomeini’s erfenis 1979-2009

In 1979 kwam het autoritaire regime van Mohammad Reza Shah Pahlavi ten val door een coalitie van seculiere en islamitische groepen. Ayatollah Khomeini slaagde erin een semi-theocratische republiek te stichten door de sjiitische instituties te mobiliseren. Daarbij richtte hij zich ook op de massale wrok tegen het sjah-regime, dat ook onder de westers georiënteerde stedelijke middenklasse geen steun meer had. 

De Islamitische Revolutie leidde tot een fundamentele verandering in de samenstelling van de politieke elite. Met name geestelijken of religieuze niet-geestelijken namen de plaats in van de seculier georiënteerde leden. Sindsdien is de aard van het Iraanse politieke systeem uniek. Het is gebaseerd op een combinatie van staatsinstituten. Er zijn drie religieuze toezichthoudende instituties: de Raad van Experts (Majles-e Khobregan), de Raad van Hoeders (Shora-ye Maslahat-e Nezam) en de Expediency Raad (Majma’-e Tashkhis-e Maslahat-e Nezam), gelegitimeerd door het islamitisch recht. Daarnaast zijn er de republikeinse instituties, dat wil zeggen een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, gelegitimeerd door de bevolking. 

Het grondleggende principe van het politieke systeem is de velayat-e faqih, de heerschappij van de religieuze wetgeleerde, ontwikkeld door Khomeini. Aan het hoofd staat de Opperste leider (vali-e faqih), sinds de dood van Khomeini in 1989 ayatollah Ali Khamenei. Hoewel hij niet door de bevolking wordt gekozen en alle wetsvoorstellen die door het parlement zijn aangenomen mag afwijzen, is zijn macht niet absoluut. Hij staat namelijk onder controle van de religieuze toezichthoudende instituties. Samen houden ze toezicht op de republikeinse instituties. Dit laatste zorgt voortdurend voor spanningen. 

Sharia 
Tegelijkertijd is de Islamitische Republiek Iran uniek onder de niet-democratische regimes. Er vinden regelmatig parlementaire en presidentiële verkiezingen plaats met een zekere keuze aan kandidaten. In het parlement wordt relatief open gediscussieerd. ln Iran bestaan echter geen politieke partijen, maar facties, zonder duidelijke organisatie of programma. Het zijn losse coalities van individuen (en groepen) die grotendeels dezelfde visie delen. Ik onderscheid er drie: de conservatieve factie van ayatollah Khamenei, de pragmatische factie van Ali Akbar Hashemi Rafsanjani en de reformistische factie van Mohammad Khatami.

De conservatieve factie beheerst de machtigste staatsinstellingen

Ook al hebben verschillende facties in de loop der tijd de republikeinse instituties gedomineerd, sinds de revolutie heeft de conservatie factie de controle gehad over de religieuze toezichthoudende instituties, de strijdkrachten en de religieuze stichtingen. Dat betekent dat de conservatieve factie voortdurend de machtigste staatsinstellingen heeft beheerst. Deze factie heeft dan ook een belangrijke invloed gehad op de besluitvorming op economisch en sociaal-cultureel gebied en op de buitenlandse politiek.

Met name over de sharia lopen de opvattingen sterk uiteen. De conservatieve factie beschouwt de islamitische wetgeving, hoewel met verschillende interpretaties, als een belangrijke pijler van het Iraanse juridische systeem. Volgens de pragmatische factie is de islamitische wetgeving relevant op het sociaal-culturele vlak maar minder op economisch terrein. Voor de reformistische factie echter is de islamitische wetgeving onvoldoende om alles wat in de Iraanse maatschappij speelt te regelen. 

Het economische beleid berust niet op verschillende ideologieën van de politieke facties, maar op de economische achtergrond van de groepen die zij vertegenwoordigen. De conservatieve factie komt op voor de traditionele economische sector: de middenklasse (de bazaaris), de belangen van de ultraorthodoxe geestelijken en die van het ultrareligieuze deel van de bevolking. De pragmatische factie vertegenwoordigt de belangen van de (religieuze) technocraten, een deel van de middenklasse, en liberale groeperingen. De reformistische factie, tenslotte, vertegenwoordigt verschillende (seculiere) maatschappelijke groepen, waaronder veel vrouwen, studenten en intellectuelen. In tegenstelling tot de conservatieve factie zijn de andere twee facties voorstander van economische liberalisering met een beperkte rol voor de staat. 

Buitenlandse politiek 
De Iraanse politieke elite bestaat voor wat betreft de buitenlandse politiek uit twee stromingen. De conservatieve factie beschouwt de Iraanse maatschappij als onderdeel van de ummah (islamitische gemeenschap) en benadrukt het belang van de identiteit van de Islamitische Revolutie en de terugkeer naar islamitische waarden. Om dit doel te bereiken moet de Islamitische Republiek Iran een goede relatie met andere islamitische landen hebben (maar niet noodzakelijkerwijs met hun overheden), met de islamitische gemeenschap, en afzien van toenadering tot de Verenigde Staten en andere westerse landen. Twee ideologische principes lagen hieraan ten grondslag: ‘Noch het Oosten noch het Westen’, en ‘Export van de revolutie’. Sinds de dood van Khomeini heeft de economische situatie ook delen van de conservatieve factie ervan overtuigd dat het bevorderen van economische samenwerking met westerse landen noodzakelijk is. 

De tweede groep wordt vertegenwoordigd door zowel de pragmatische als de reformistische factie. Beide zijn er al van overtuigd dat internationale handel en politieke relaties belangrijke instrumenten zijn om de nationale belangen van Iran te kunnen waarborgen. Deze visie komt voort uit verschillende binnen- en buitenlandse gebeurtenissen en ontwikkelingen die sinds 1989 hebben plaatsgevonden: de dood van Khomeini en daarmee de opkomst van de pragmatische factie in 1989, het einde van de Iran-Irakoorlog in 1988, de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991, de grotere aanwezigheid van Amerikaanse militairen in de Perzische Golf sinds de Koeweit-crisis (1990-1991), en de economische problemen in Iran. Sindsdien staat het doel dat Iran een sleutelpositie in de internationale betrekkingen moet innemen ook min of meer los van de samenstelling van de facties die de republikeinse en de religieuze toezichthoudende instituties controleren. Dat betekent dat de rivaliteit tussen de drie politieke facties een ondergeschikte rol speelt bij de besluitvorming over de buitenlandse politiek. 

De opvattingen over de sharia lopen sterk uiteen 

Neoconservatieven 
Met de verkiezing van Mahmoud Ahmadinejad tot president in 2005 is de neoconservatieve factie aan de macht gekomen, een minderheidsgroep afkomstig uit de conservatieve factie. Na de oorlog tussen Iran en Irak was een deel van de conservatieve factie geradicaliseerd, doordat ze buiten het politieke besluitvormingsproces was gehouden door de toen dominante pragmatische factie. De factie bestaat uit jonge ideologen die nauwe banden onderhouden met de revolutionaire garde. Ze beschouwen zichzelf als de enige ware verdedigers van ayatollah Khomeini’s islamitische ideologie en beweren dat geen enkele Iraanse regering er tot nu toe in is geslaagd een ‘ware islamitische staat’ op te richten. Vooral het arme en tegelijkertijd sociaal-cultureel conservatieve deel van de bevolking, zowel in de steden als op het platteland, stemde op Ahmadinejad. Veel hervormingsgezinde Iraniërs namen niet de moeite om naar de stembus te gaan, door een gebrek aan alternatieve kandidaten. 

Toch is de roep om politieke, economische en sociaal-culturele hervormingen niet verstomd. Zo zijn bijvoorbeeld in de afgelopen tien jaar gemeenteraads- (1999), parlements- (2000) en presidentsverkiezingen (1997 en 2001) door de reformistische factie gewonnen. En deze roep wordt wellicht steeds sterker. Een belangrijk gegeven is dat de samenstelling van de Iraanse bevolking sinds de Islamitische Revolutie fundamenteel is gewijzigd. De bevolking is meer dan verdubbeld en Iraniërs jonger dan dertig jaar maken nu zeventig procent van de bevolking uit. Veel jongeren zijn gefrustreerd vanwege de slechte economische vooruitzichten en de sociaal-culturele belemmeringen. Tegelijkertijd zijn het kinderen van het informatietijdperk en nemen ze op internet deel aan discussies over de wereldvrede, mensenrechten en democratie. 

Een ander belangrijk gegeven is het opleidingsniveau van vrouwen. Ook al hebben vrouwen in Iran te maken met hevige vrijheidsbeperkingen, hun positie in het onderwijs is drastisch verbeterd: vijftig procent van de universiteitsstudenten is momenteel vrouw. En steeds meer vrouwen zijn zich bewust van hun rechten en niet bang om ervoor te vechten. 

Ook sommige geestelijken roepen nu om hervormingen. Was vroeger een groot deel van de (religieuze) intelligentsia een gepassioneerd aanhanger van de Islamitische Revolutie, nu zijn er steeds meer critici van de velayat-e faqih. Zij debatteren over onderwerpen als de rol van religie in de politiek, en in hoeverre geestelijken zich met de politiek moeten bemoeien. 

Stabiel 
Toch is het politieke systeem in Iran nog steeds stabiel, ondanks alle contradicties die inherent zijn aan het systeem. In tegenstelling tot het sjah-regime is de Islamitische Republiek Iran niet afhankelijk van een individu om te kunnen overleven. De macht is vaak verdeeld onder de verschillende staatsinstellingen en daarmee is de invloed van de velayat-e faqih beperkt en de macht van de Opperste leider niet absoluut. Desondanks staan de politieke facties voor een dilemma, de conservatieve factie in het bijzonder. Als deze factie toegeeft aan de roep om hervormingen zal ze de steun van haar traditionele achterban verliezen en daarmee haar belangrijke machtsbasis. Maar als ze op de lange termijn hervormingen negeert, zou er wel eens een volksopstand kunnen losbarsten. 

Met Ahmadinejad is de neoconservatieve factie aan de macht 

Er zijn drie mogelijke toekomstscenario’s. Het eerste scenario is een revolutie die het huidige regime omverwerpt. Maar al is de ontevredenheid groot onder met name de seculiere middenklasse, studenten, vrouwen, en intellectuelen, er bestaat geen hervormingsbeweging ‘van onderop’ met een organisatiestructuur en een duidelijke visie op de toekomst. Daarnaast vormt geen enkele oppositiegroepering, Mujahedin-e Khalq, de monarchisten noch de Bevrijdingsbeweging van Iran, een serieuze bedreiging voor het regime. De meerderheid opereert zelfs vanuit het buitenland. 

Het tweede scenario is een staatsgreep door de neoconservatieven om het eerste scenario te voorkomen. Dezen weten zich in ieder geval gesteund door de paramilitaire krachten. De coup zou niet alleen gericht zijn tegen de hervormingsgeoriënteerde beweging, ook Opperste leider Khamenei zelf heeft zijn onvrede over de neoconservatieven en president Ahmadinejad al verschillende keren kenbaar gemaakt. Het is onduidelijk wat de reguliere strijdkrachten bij een coup zouden doen. 

Een derde scenario is een machtsverschuiving van de conservatieve naar de pragmatische factie. Dit is het meest waarschijnlijke scenario, omdat zowel de reformistische als de conservatieve factie niet in staat zijn gebleken hun beloftes over politieke en economische veranderingen waar te maken. Bovendien hebben delen van de conservatieve factie recentelijk hun visie op de economie en buitenlandse politiek gematigd, waardoor ze de pragmatische factie indirect een grotere machtsbasis hebben gegeven. Dit laatste zou alvast kunnen blijken bij de presidentsverkiezingen in juni dit jaar. 

Eva Rakel promoveerde op 16 mei 2008 aan de Universiteit van Amsterdam en is docente Internationale Betrekkingen aan dezelfde universiteit. In november 2008 verscheen bij uitgeverij Brill in Leiden haar boek Power, Islam, and Political Elite in Iran. A Study on the Iranian Political Elite from Khomeini to Ahmadinejad.

Wat leuk dat u geïnteresseerd bent in ZemZem!

Vaste lezer worden? U kunt in onze webshop een jaarabonnement afsluiten (22,50 per jaar). Ook kunt u hier losse nummers bestellen.