Een optimist die niet meer lacht

Gepubliceerd op Gecategoriseerd als Politiek & Samenleving

Interview

De politicoloog en journalist Mariwan Kanie is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de bekendste Irak-deskundigen op radio en televisie. Zijn kennis wordt geprezen en ook zijn originele analyse van de Iraakse media, die vaak gepaard gaat met milde humor. Maar hij is ook omstreden. Critici verwijten hem zijn steun aan de Amerikaanse invasie, nu drie jaar geleden. Bovendien schetst hij volgens sommigen een veel te rooskleurig beeld van de huidige situatie in Irak. 

Gepubliceerd in 2006/2 Nederland en Irak

‘Al is het een mislukt project, ik sta nog steeds achter mijn standpunt dat de Amerikaanse invasie een juiste oorlog was op basis van de verkeerde argumenten. Daarover heb ik geen enkele twijfel. Ja, de veiligheidssituatie is rampzalig en al die aanslagen zijn verschrikkelijk, maar het is nooit een keuze geweest tussen goed of kwaad. Het was kiezen tussen iets slechts en iets dat nog veel slechter was.’

‘Ik vind nog steeds dat Irak zonder Saddam Hussein beter af is en ik heb puur geredeneerd vanuit het standpunt van een Irakees. Vergeet niet dat de sanctiepolitiek tegen het regime van Saddam niet heeft gewerkt en dat het regime zich aan het bevrijden was van alle druk die erop werd uitgeoefend. Saddam was min of meer aan het terugkomen in de regionale en internationale politiek. Zijn minister van Buitenlandse Zaken ging naar Rusland en werd ook vriendelijk ontvangen in Frankrijk en op het Vaticaan. Deze comeback was voor mij, als vluchteling uit Iraaks-Koerdistan, een gruwelijk scenario.’

‘Ik wist dat de Iraakse samenleving zelf geen einde aan de dictatuur kon maken. Heel veel Irakezen hebben vlak voor de oorlog gezegd: “kom al onze olie maar halen maar bevrijd ons van Saddam. Zelfs Sharon vinden wij beter.” Zo groot was de wanhoop.’

Foto’s: Martijn Oostra

‘Het is een drama dat de Verenigde Staten zo veel fouten hebben gemaakt en zo simplistisch denken over het Irak na Saddam Hussein en over het democratiseringsproces. De massavernietigingswapens en de banden met al-Qaida waren ook twee belachelijke argumenten om oorlog te voeren. Maar er is wel een probleem met het internationaal recht. 

Schending van de mensenrechten is blijkbaar niet voldoende om een dictator te verwijderen. Ook genocide is geen argument geweest voor de internationale gemeenschap om Saddam uit te schakelen. Zijn totalitaire regime was genocidaal maar voor een aanzienlijk deel een product van diezelfde internationale gemeenschap. Veel tegenstanders van de oorlog hebben niet erkend dat het noodzakelijk was aan de genocide een einde te maken.’ 

Lichtpunten
‘Als ik nu dan zeg dat ik nog steeds lichtpunten zie, word ik voor een onverbeterlijke optimist uitgemaakt. Nogmaals, voor mij telt in eerste instantie dat Saddam is uitgeschakeld. Er vallen ondanks alle gruwelijkheden op dit moment minder slachtoffers in Irak dan ten tijde van Saddam. Ook is er een zekere mate van democratie. Niet omdat er opeens democratische krachten zijn opgekomen, maar omdat er een zekere machtsbalans is tussen de verschillende politieke groeperingen. Er zijn, hoe gebrekkig ook, verkiezingen geweest en er is een nieuwe grondwet. Dat is beter dan de éénpartijpolitiek van Saddam en zijn totalitaire systeem. Het derde lichtpunt is de nieuwe vrijheid van meningsuiting in Irak. Zelfs de opstandelingen krijgen in de media de ruimte. Groepen die nauwe banden hebben met de opstandelingen doen mee aan het politieke proces; die nieuwe vrijheid is er.’

Ik wist dat de Iraakse samenleving zelf geen einde aan de dictatuur kon maken

‘Goede vrienden en ook journalisten die mij interviewen zoals jij komen met het argument dat het een chaos is geworden in Irak. Dat er een burgeroorlog aan de gang is. Maar die politieke analyse deel ik niet en dan ben ik in jullie ogen een optimist. Ik denk dat dit komt omdat er niet goed geluisterd wordt naar wat ik zeg. Natuurlijk is het ook een kwestie van het glas dat halfvol of halfleeg is.’

‘In mijn optiek is een burgeroorlog een politieke oorlog die door politieke machthebbers wordt gepland en gemanipuleerd. Een burgeroorlog ontwikkelt zich van boven naar beneden, tot op het niveau dat buren met elkaar gaan vechten. Dat is in Irak nog niet zover. Niet omdat de Iraakse politici in de democratie geloven maar omdat de situatie zonder burgeroorlog voor alle partijen nog steeds voordeliger is. De huidige politieke elite, die uit zeer tegenstrijdige politieke partijen bestaat, van religieus tot seculier, heeft nu nog geen belang bij een burgeroorlog. Ten eerste is er de militaire dominantie van de VS van wie geen enkele groepering kan winnen. Ten tweede is er op dit moment geen enkele beweging die een andere echt kan uitschakelen. Wel is er natuurlijk sprake van blind geweld. Dit blinde geweld heeft ook geleid tot massale verhuizingen van minderheden, zodat je op sommige plaatsen zelfs van etnische zuivering kan spreken.’

Somber 
‘Maar om dan over Irak te spreken in termen van een Libanon-scenario of zelfs de mogelijkheid van een Joegoslavië-scenario, zoals Juan Cole in de vorige ZemZem, is veel te somber. In Nederland zijn er al mensen die beweren dat het in Irak nu erger is dan onder Saddam. Zelfs journalisten komen met dat soort onzin. Nou, dan heb je dus weinig kennis van zaken en ga je alleen maar af op de berichten over de doden die iedere keer de voorpagina halen. Niemand zegt dat de soennieten een jaar geleden nog niet bij het politieke proces betrokken waren en nu wel.’

In Nederland zijn er mensen die beweren dat het in Irak nu erger is dan onder Saddam. Zelfs journalisten komen met dat soort onzin

‘Als ik zo’n positief element benoem temidden van alle bloedige aanslagen wordt mij dat kwalijk genomen. Dan bekijk ik de situatie ineens te veel vanuit een Koerdisch perspectief. Het irriteert mij als mijn politieke analyse gereduceerd wordt tot mijn afkomst. Ik heb nooit gewerkt vanuit een Koerdische optiek en bij de laatste verkiezingen heb ik niet eens op een Koerdische partij gestemd. In mijn column in de in Koerdistan verschijnende krant Awena ben ik vaak zo kritisch over de Koerdische partijen dat ik mij soms afvraag of het voor mij wel veilig is om terug te gaan. Daar komt nog bij dat veel sjiieten mijn standpunten delen.’

‘Het probleem is dat ik in mijn publieke optredens altijd aspecten ter sprake breng die bij gemiddelde Nederlandse journalisten of deskundigen niet aan bod komen. Iedereen praat hier alleen maar over de veiligheidssituatie en de slachtoffers die vallen. Maar dat is niet de hele realiteit van Irak. Ik benadruk wel degelijk dat het slecht gaat maar wijs erop dat er nog meer gebeurt. Dan vragen mensen zich af hoe het met mijn mededogen zit. Of ik geen blinde vlek heb voor het lijden van de burgers die nu getroffen worden. Een hele goede vriend heeft mij dit onlangs gevraagd en dat raakt mij. Ik vind het zulke goedkope kritiek. Moet ik dan soms ieder interview de eerste vijf minuten huilen om te bewijzen dat ook ik het echt allemaal verschrikkelijk vind?’

‘Het gaat over mensen in Irak waar ik zelf vandaan kom en waar ik dichter bij sta dan de meeste Nederlanders. Ik heb vandaag nog gebeld met een vriend die had moeten promoveren in Bagdad, maar die vanwege de onveiligheid niet naar de hoofdstad kon reizen. Hij kon dus niet aanwezig zijn bij zijn eigen promotie! Als ik daaraan denk… Men ziet die sombere kant van mij niet, maar ik wel.’

‘Luister, de aanloop naar de oorlog en de afgelopen drie jaar zijn heel zwaar geweest: ik ben chronisch ziek geworden, heb sinds die tijd last van hoge bloeddruk. Dat heeft te maken met alle spanningen en de psychische druk rond het conflict. Als ik foto’s van de afgelopen jaren vergelijk met foto’s van voor de oorlog, dan kijk ik naar twee verschillende personen. Sinds de aanval op Irak lach ik niet meer en sta ik er gespannen of somber op. Veel ouder ook. Ik kan natuurlijk wel politieke analyses maken en deskundig zijn, maar ik ben ook Irakees. Daardoor beleef ik alles heel emotioneel en functioneer ik niet goed. Ik lees uren per dag Iraakse of Arabische kranten en websites. Het lukt mij niet om het nieuws uit Irak los te laten.’

‘Voor het eerst ben ik ook bezorgder dan ooit. Vanwege het geweld en omdat sinds zes maanden het politieke proces in Irak veel moeizamer verloopt. Als er snel een regering was geweest met een duidelijke politieke lijn had dit veel aanslagen kunnen voorkomen. Nu is het moeilijk om die schade nog te herstellen. De politieke partijen zijn erg uit elkaar gegroeid en het wantrouwen is vergroot. Zo’n aanval op de Gouden Moskee in Samarra of alle verwijten uit soennitische hoek richting het door sjiieten gedomineerde ministerie van Binnenlandse Zaken van waaruit doodseskaders opereren, dat zijn hele lelijke zaken die niet makkelijk te vergeten zijn. Dat heeft een gewond geheugen gecreëerd.’

Poëzie
‘Ik heb alles over voor Irak. Daarom is de huidige situatie ook voor mij persoonlijk een grote teleurstelling. Onlangs ben ik zes weken met mijn vrouw Grietje en mijn dochtertje Barien in Iraaks-Koerdistan geweest. Ik had het plan daar een politiek cultureel centrum zoals De Balie in Amsterdam op te richten. We hebben samen naar een Engelse school gekeken voor mijn dochtertje, maar dat is allemaal niet gelukt… Het voelde niet goed en dat vind ik heel moeilijk.’

‘De samenleving daar is zo veranderd dat ik mij er na bijna veertien jaar Nederland een vreemdeling voel. Ik heb natuurlijk ook een intensieve periode in de geschiedenis van Iraaks-Koerdistan gemist. Ik ben vervreemd van mijn familie en vrienden. Die hele sanctieperiode, de honger, de interne oorlog tussen de Koerdische politieke partijen en de continue dreiging van Saddam hebben de mensen erg veranderd. Mijn broers en zussen waren twaalf, dertien jaar toen ik vluchtte en zijn nu tegen de dertig en getrouwd. Ze hebben kinderen, beroepen gekregen waarvan ik nooit dacht dat ze die zouden uitoefenen. Het is problematisch dat ik hun ontwikkeling niet heb meegemaakt.’

Moet ik soms ieder interview de eerste vijf minuten huilen om te bewijzen dat ook ik het echt allemaal verschrikkelijk vind?

‘Ik mis ook het kritische geluid in de samenleving en had het idee dat de onderlinge gemeenschapszin veel sterker was. Door het moeizame leven is er een naar soort individualisme ontstaan dat een claim op je probeert te leggen. Omdat het heel persoonlijk is wil ik niet in details treden, maar het heeft te maken met het feit dat ik de oude vrienden en familieleden die ik achterliet niet meer terugvond. Zo heeft een oude vriend zijn ziel verkocht aan de KDP en doet hij alles om maar aan een auto te komen. Van hem had ik het beeld dat hij iemand was die zichzelf kon redden, dat hij een soort waardigheid bezat, maar dan ben je opeens terug en is hij iemand die overal bedelt om geld en gunsten.’

‘Ja, ik ben weggegaan van een wereld die mij vertrouwd was en constateer nu dat die persoonlijke wereld is verdwenen. In plaats van de vroegere onderlinge solidariteit zie ik overal mensen die zich ontwikkelen in de richting van het individualisme, consumentisme of zelfs het islamisme. Het ergert mij dat een vriend van wie ik hield en van wie ik dat nooit had verwacht nu extreem islamistische standpunten huldigt. Twintig jaar geleden belandde hij nog vanwege zijn kritische houding in de gevangenis, de doodstraf bungelde boven zijn hoofd. Nu is het een totaal andere persoon.’

‘Ook vind ik het vervelend dat ik te maken heb gekregen met een soort familiecensuur. Mijn vader stuurt mij wel eens een lijstje onderwerpen die ik volgens hem maar uit de weg moet gaan in mijn columns. Ik heb er begrip voor dat hij bang is dat mijn kritiek over gevoelige onderwerpen misschien vervelende gevolgen krijgt. Toch vind ik het niet leuk dat hij mij adviseert om maar vooral, net zoals mijn grootvader, poëzie te schrijven.’

Herman Schulte Nordholt is journalist bij de IKON radio. 

Wat leuk dat u geïnteresseerd bent in ZemZem!

Vaste lezer worden? U kunt in onze webshop een jaarabonnement afsluiten (22,50 per jaar). Ook kunt u hier losse nummers bestellen.