Mao in de Arabische wereld en Palestina in China

Gepubliceerd op Gecategoriseerd als Politiek & Samenleving

Sino-Arabische solidariteit in de jaren zestig en zeventig

In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw waren zowel Mao’s Rode Boekje als het beeld van de Palestijnse vrijheidsstrijder met zijn kaffiya belangrijke iconen die circuleerden in een mondiale beeldcultuur van linkse, anti­-imperialistische propaganda. Dit artikel belicht de ontwikkeling van Sino­-Arabische solidariteit in de jaren zestig en zeventig aan de hand van vier afbeeldingen.

Gepubliceerd in 2023/1 China

Het Rode Boekje

Deze poster van een grote zon werd gemaakt door de karika-turisten van de Chinese regio Jiangsu. De verschillende vert-alingen van het Rode Boekje, waaronder de Arabische, zijn opgenomen in de iconografie. Samen met de verschillende etniciteiten en klederdrachten, staan die vertalingen voor solidariteit tussen arbeiders en boeren over de hele wereld,
en in de zogeheten Derde Wereld in het bijzonder.

Het Rode Boekje werd geschreven door Mao Zedong (1893-1976), ook wel gespeld als Tse Tung. Zedong was de oprichter van de communistische Volksrepubliek China en voerde er
een dictatoriaal bewind van 1949 tot zijn dood in 1976. Mao brak met de Sovjetlijn van het communisme van Josef Stalin door terug te gaan naar het werk van Marx en Lenin en hun analyses toe te passen op de specifieke sociaaleconomische omstandig-heden van China. Semifeodale en semikoloniale verhoudingen in China en andere landen uit het mondiale Zuiden vereisten volgens hem een andere aanpak dan de industrie in negentiende-eeuws Engeland waarop Marx zijn theorieën had toegespitst. Dat betekende voor China dat boeren de communistische revolutie zouden leiden, in samenwerking met arbeiders in de steden, en een verlichte revolutionaire burgerij. Mao pleitte daarbij voor een constante uitwisseling tussen theorie en praktijk. Marxistische denkers moesten ook werken, zij aan zij met boeren en arbeiders, en meevechten in een guerrillastrijd tegen koloniale overheersers, rijke land-eigenaren en kapitalisten. Zijn theorie hierover tekende hij op in het beroemde Rode Boekje dat in ongekende oplagen werd gedrukt en over de hele wereld werd verspreid.


Afb. 1. ‘Mao Zedongs gedachtegoed is de rode zon in de harten van de volkeren der wereld.’ China, karikaturisten van Kiangsou ( Jiangsu). Bron: Afro-Asian People’s Anti-Imperialist Caricatures, 1967

Verder lezen? Bestel het nummer nu in onze webshop.

Dit artikel is onderdeel van haar NWO VENI-onderzoek naar herinneringen aan linkse bewegingen in hedendaagse Arabische cultuur (projectnr. VI.VENI.191c.002).

Noten

  1. Tareq Y. Ismael, The Communist Movement in the Arab World (Londen, New York: Routlegde Curzon, 2005), 20.
  2. Ismael, The Communist Movement, 26
  3. Palestine Poster Project, voor het laatst geraadpleegd op 20 december 2022 via www.palestineposterproject.org/ poster/first-battle.
  4. Over de ECWP zie Gennaro Gervasio, “Marxism or Left-Wing Nationalism? The New Left in Egypt in the 1970s,” in The Arab Lefts: Histories and Legacies, 1950s-1970s, red. Laure Guirguis (Edinburgh: Edinburgh University Press, 2020): 148-168; voor meer over Ila al-Amam, zie Brahim El Guabli, “Reading for theory in the Moroccan Marxist-Leninist testimo-nial literature,” African Identities 18, nr. 1-2 (2020), 145-161; over Souffles, zie bijvoorbeeld Andy Stafford, “Tricontinentalism in Recent Moroccan Intellectual History: the case of Souffles,Journal of Transatlantic Studies 7, nr. 3 (2009): 218-232.
  5. Interview met Mohammed Soueid, door Judith Naeff, Beiroet, 9 juni 2022.
  6. Fadi Bardawil, Revolution and Disenchantment: Arab Marxism and the Binds of Emancipation (Durham: Duke University Press, 2020), 71.
  7. Waddah Charara, Hurub al-istitba aw Lubnan al-harb al-ahliyya al-da’ima (Beirut: Dar al-Tali’a, 1975); Ahmad Beydoun, Identité confessionnelle et temps social chez les historiens Libanais contemporains (Beirut : Publications de L’Université Libanaise, 1984); zie ook Bardawil, Revolution and Disenchantment.
  8. Roger Assaf in Nicolas Dot-Pouillard, “De Pékin à Téhéran en regardant vers Jérusalem: La singulière conversion à L’Islamisme des ‘Maos du Fatah’ ,” Cahiers de L’Institut Religioscope, no. 2 (2008): 6, zoals geciteerd in Bardawil, Revol-ution and Disenchantment, 175.
  9. Fred Halliday, Arabia without Sultans (Harmondsworth, Baltimore: Penguin, 1974), 331.
  10. Mohammed Turki Alsudairi, “Arab encounters with Maoist China: transnational journeys, diasporic lives and intel-lectual discourses,” Third World Quarterly 42, nr. 3 (2021): 511.
  11. Alsudairi, “Arab encounters”.
  12. Ghassan Kanafani, Al-dirasat al-siyasiyya (V) (Cyprus: Dar manshurat al-rimal, 2015), 255, zoals geciteerd in Alsudairi, “Arab encounters,” 507.
  13. Alsudairi, “Arab encounters,” 515-516.
  14. Hanna Mina, Al-mughamara al-akhira (Beiroet: Dar al-adab, 2002), 201-203, zoals geciteerd in Alsudairi, “Arab encounters,” 510.

Judith Naeff

Judith Naeff is docent Culturen van het Midden-Oosten aan Universiteit Leiden en schrijft regelmatig voor ZemZem. Sinds november 2022 is ze medehoofdredacteur van ZemZem.

More Posts

Door Judith Naeff

Judith Naeff is docent Culturen van het Midden-Oosten aan Universiteit Leiden en schrijft regelmatig voor ZemZem. Sinds november 2022 is ze medehoofdredacteur van ZemZem.

Wat leuk dat u geïnteresseerd bent in ZemZem!

Vaste lezer worden? U kunt in onze webshop een jaarabonnement afsluiten (22,50 per jaar). Ook kunt u hier losse nummers bestellen.